In deze noot bij de beslissing van het Gerechtshof Amsterdam d.d. 21 november 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:4791), gaat Martine Höfelt in op de vaste tuchtrechtspraak dat een negatieve bewaringspositie in beginsel tot een ontzetting uit het ambt leidt. Volgens die rechtspraak moeten er bijzondere omstandigheden zijn om van dit uitgangspunt af te wijken. In de praktijk blijkt dat er wel wat uitzonderingen mogelijk zijn. Uiteraard spelen alle omstandigheden van het geval daarbij een rol, maar de tuchtrechter lijkt waarde te hechten aan de maatregelen die de notaris heeft getroffen ter voorkoming van herhaling van een negatieve bewaringspositie. Gelet op de positie van de notaris in de maatschappij en het vertrouwen dat in hem wordt gesteld, zal de tuchtrechter het hem zwaar aanrekenen als hij nogmaals een negatieve bewaringspositie laat ontstaan.
Categories: