Contant geld is een wettig betaalmiddel. Toch kleven er bezwaren aan, omdat het kan worden ingezet voor criminele activiteiten zoals witwassen en heling. Maar betekent dat dat het advocaten niet toegestaan zou mogen zijn om contant geld aan te nemen? Of erger, dat wanneer zij dat wel doen zij mee zouden werken aan heling en witwassen? Dit artikel van Gerrit Jan Pulles voert argumenten aan tegen die conclusie en betoogt dat een inhoudelijke discussie moet worden gevoerd over het aannemen van contant geld door de advocatuur. Daarbij moet de rechtsstatelijke rol die advocaten hebben een rol spelen.